vrijdag 20 april 2012

dinsdag (10-04)

’s Ochtends was er een marktje voor het motel in Big Bear Lake. Hier hebben we fruit gekregen en hebben we nog wat brood gekocht. Toen zijn we Big Bear weer verlaten en richting Joshua Tree gegaan. Op de weg naar Joshua tree kwamen we door een aantal afgelegen dorpjes en reden we over verlaten wegen. Één van de lange verlaten wegen had wel heel extreme bergen en dalen. Zo kon je als je bergopwaarts reed en op de top stond, niet meteen de weg naar beneden helemaal bekijken. Pas na een paar seconden zag je einde van de helling en zoefde je bergafwaarts. Ergens onderweg kwamen we nog een woestijnvos of coyote tegen als roadkill. Dit is weer eens iets anders dan een opossum of een hagedis. 

Niet veel later kwamen we aan in Joshua Tree. Hier hadden we heel veel mazzel met het park inrijden, want er was niemand om bij te betalen.  Er stond dat je kon betalen als je het park weer verliet (maar daar was ook niemand). We zijn toen het park ingereden en dit was toch wel een heel ander woestijn landschap dan dat we in Death Valley hadden gezien. Overal had je rotsformaties en Joshua Trees, waar de naam van het park ook vandaan komt. We zijn gestopt bij de eerst trail (Hidden Valley)die op de kaart stond, dit was een oude cowboy trail waar ze vee verstopten. Dit deden ze omdat het vee dan niet vanaf de weg zichtbaar was. Tijdens deze wandeling zagen we cactussen die net in bloei stonden en heel veel andere soorten woestijnplanten. Verder zag je op die rotsformaties bergbeklimmers, en kon je overal vogeltjes horen fluiten. We hoorden hier ook weer het karakteristieke geluid van de kolibrie, die ik niet zo 1, 2, 3 in de woestijn had verwacht. Na deze trail zijn we doorgegaan naar Key’s view. Dit is een plek op een bergtop waar je uitzicht hebt over de Andreas fault, waar de plaat verschuivingen zichtbaar zijn, en over coachella + Palm Springs. Je kon deze plekken wel zien, maar niet super duidelijk want er hing nogal veel zand in de lucht.


Onze volgende stop was Big Rock. Dit is een plek waar je een hoopt grote rotsen hebt, zoals de naam al deed verraden (zo creatief). Hier hebben we rotsen beklommen en een stukje gewandeld. Andere mensen deden dit ook en 2 jongens hadden toen wij op de terugweg waren een probleem. Ze zaten op een rots en konden er niet zo gemakkelijk vanaf komen, omdat er een slang op hun pad tussen een spleet zat. Gelukkig ging het niet om 1 van de 6 soorten ratelslangen die je hier hebt en konden ze via een ander pad naar beneden komen. Je hebt hier overigens ook tarantula’s en chuckwalla’s (grote hagedissen) en nog veel meer bijzondere dieren. Na Big Rock zijn we toen naar Skull Rock gegaan, en je raad nooit waar deze rots op leek. Oké ja, de rots lijkt op een doodskop. Overigens was het meer een doodskop met 1 neusgat en een waterhoofd, maargoed.  Tot slot zijn we nog naar de Cactus Garden gereden. Dit is in het lager gelegen gebied van Joshua tree, omdat (en dat wist ik ook niet) cactussen hier makkelijk vocht kunnen vinden. Nog niet zozeer omdat water altijd naar het laagste punt stroomt, maar omdat de lucht vochtiger is. In de Cactus Garden heb je heel veel cactussen die allemaal heel naar en irritant zijn. Als je ook maar iets te dicht langs een cactus loopt zit je onder de kleine naalden, want het zijn ook nog een jumping needle cactus dingen. De leukste cactus soort zijn we overigen op de terugweg tegengekomen. Dit was een cactus boom met rode bladeren/bloemetjes, die als een soort van waaier omhoog groeit. 

Voor de terugweg moesten we de rest van het park door, en bij de uitgang aan de andere kant had je bloemen velden. Nouja, af en toe een cactus met gekleurde bloemen. Eenmaal uit het park zijn we via Coachella en Palm Springs richting LA gereden. Coachella is een stad met veel agricultuur, dat compleet afhankelijk is van de aangelegde irrigatie systemen daar. Heel bizar om groene weilanden met gewassen te zien te midden van woestijnlandschap. Palm Springs is een luxe stad, vooral bekend om de golfbanen die je er kunt vinden. Hier hebben we wat gegeten, en toen zijn we weer verdergegaan. Onderweg kwamen we nog in een zandstorm terecht, waardoor we even heel slecht zicht hadden. Maar niets hield ons tegen, behalve onze slaap dan. We zijn dus vlakbij LA gestopt in Colton en daar hebben we bij een Wal-Mart geslapen. Ver weg van de woestijn en nog buiten LA. 

Maandag (09-4)

Deze dag zijn we vroeg opgestaan om de hitte voor te zijn. Niet dat dit echt werkte, want het was eigenlijk gewoon nog steeds warm. We zijn als eerste naar Golden Canyon gegaan. Dit is net als Mosaic Canyon een pad door de bergen, maar deze canyon dankt zijn naar aan de goud gelige kleur van de bergen waar je doorheen loopt. Door dit pad zijn we veel hagedissen tegengekomen. Sommige klein en andere groter en ook van een andere soort.  We zijn doorgelopen tot we bij het eindpunt aankwamen. Het eindpunt was Red Cathedral. Dit is een roodkleurige rotswant met pieken op de toppen, eigenlijk wat de naam al doet verwachten. Dit was nog best wel een wandeling, maar het was wel weer lekker koel vanwege de schaduw.
 
Na golden canyon zijn we naar Devils’ Golfcourse gegaan. Dit is een vlakte waar je overal om je heen puntige mineraal rotsjes hebt met zoutafzetting. Er werd hier gewaarschuwd dat het gevaarlijk is er tussendoor te lopen, omdat als je valt je jezelf lelijk kunt bezeren aan de scherpe punten. Dit was echt een vreemde plek om te staan, en al helemaal om tussendoor te lopen. Na Devils’ Golfcourse zijn we naar de Natural Bridge gegaan. Hier was weer een trail, maar deze was vrij kort. Je loopt via deze trail weer door een canyon en onderweg kom je dan de Natural Bridge tegen. Dit is een brug die door water erosie is ontstaan. Je loopt hier onderdoor en komt vervolgens meer overblijfselen van water tegen. Deze keer zijn het overblijfselen van watervallen die halve cirkels uit de rotswanden hebben geslepen. Ze zijn vrijwel helemaal glad gestreken wanden en het zag er best apart uit. We zijn niet veel verder doorgegaan, want dit waren de belangrijkste dingen hier. Vervolgens zijn we naar Badwater Basis geweest. Dit is een grote zoutvlakte met een kleine waterplas met een bodempje ontzettend zout water. Je hebt in dit water unieke en beschermde diertjes leven zoals slakken en wormpjes, maar voornamelijk bacteriën. Dit is ook gelijk één van de laagste punten in Death Valley, en de bekendste. Wij zijn de zoutvlakte opgelopen en het is net alsof je in een ski oord bent. Je ogen worden ligt verblind door de witte ondergrond waarop je loopt . Het is hier ook aanzienlijk warmer, en dat kwam niet alleen doordat de zon nu op z’n hoogst stond. Het had voornamelijk met de reflectie van de zon op het witte zout te maken.  Dit was onze laatste stop in Death Valley zelf.





Onderweg naar Joshua tree, onze volgende stop, zijn we gestopt bij Baker Oasis. Dit is een klein plaatsje buiten Death Valley wat op de route naar Las Vegas ligt. Hier heb je dan ook van allerhande souvenirs van Las Vegas te koop. Wij hebben hier even getankt en gegeten en zijn toen weer doorgegaan. Weer terug door de Mojave desert tot we bij San Bernadino National Forest waren. Hier besloten we om eerst te stoppen in Big Bear, want het was toch al vrij laat. Bij San Bernadino gingen we weer de bergen omhoog. Deze keer had de weg omhoog echt non stop haarspeldbochtjes. Dit was niet heel erg fijn om met een busje te rijden, maar gelukkig was het maar een kort stukje nog tot aan Big Bear City. In Big Bear City hebben we getankt en toen zijn we verder gegaan naar Big Bear Lake. Dit is in de winter een ski oord, maar heeft alle seizoenen wel wat te bieden. Hier zijn we rondom het meer gereden. We hebben vanaf het meer de zonsondergang bekeken en zijn toen naar een motel gegaan. We konden geen kampeerplek vinden hier, want daar was het niet het seizoen voor. 

Zondag (08-04)

Vanuit Bakersfield redelijk vroeg in de ochtend naar Death Valley vertrokken. We zijn langs Techachapi de Mojave desert in gegaan. Vanaf hier heb je eindeloze wegen met constant hetzelfde uitzicht. Links en rechts van je hetzelfde zand met dezelfde bosjes, en in de verte de bergen. Af en toe steekt er een hagedisje of een ander klein diertje over, maar verder heb je niet zoveel. Onderweg kwamen langs een groot bedrijf dat zout en mineralen wint. Dit lag vlakbij het dorpje Trona. Hier wilden we graag tanken, en we zijn toen ook bij een tankstation gestopt. Helaas voor ons hadden ze nergens in dit dorpje benzine, en fungeerde de tankstations alleen als winkeltjes. We zijn dus maar doorgereden tot we bij de splitsing naar Death Valley kwamen. Hier konden we gelukkig wel tanken en kwamen we niet in de problemen. Bij Death valley moesten we entree betalen en zagen we overal borden die voor de hitte waarschuwden. Vervolgens zijn we doorgereden naar Furnace Creek waar er kampeerplekken zijn. Bij Furnace Creek konden we een plekje krijgen en nadat we dat geregeld hadden zijn we weer terug gereden naar de eerste plek waar we naartoe wilden: Mosaic Canyon.

 
Bij Mosaic Canyon rij je eerst over een hele slechte weg heen voordat je bij de parkeerplaats daar bent. Vervolgens kun je Mosaic Canyon zelf inlopen. Je gaat dan beetje voor beetje omhoog tussen de bergen. De wanden hier hebben allemaal verschillende kleuren. Zo heb je een gele rotswanden, maar ook wanden die variëren van paars tot rood en zelfs blauw/groen. Het viel heel erg mee met de temperatuur hier, omdat je veel schaduw had. De klim naar boven was ook niet zo zwaar omdat je steeds maar kleine stukjes omhoog hoeft te klimmen. De paden zijn wel heel erg smal overigens en de rotswanden zelf zijn heel erg glad,
doordat ze gepolijst werden door het water dat hier vroeger was.

We zijn een heel stuk doorgelopen tot we beide zo iets hadden van we gaan weer terug. We zijn toen de auto weer ingestapt en richting Furnace Creek vertrokken.  Op die route kwamen we langs de zand duinen met Devils’ Cornfield. Dit zijn hoge zandduinen met apart uitziende bosjes. Toen we weer verder wilden gaan probeerde we nog ergens op de weg te keren. De berm hier was niet zo solide en we kwamen vast te zitten met het busje. Het is echt een verschrikkelijk naar idee en gevoel om vast te komen zitten in een woestijn. Ik dacht eerst we proberen de automatten onder de banden te leggen voor meer grip, maar we hadden geen automatten. We zijn dit idee toen met handdoeken gaan proberen, maar dat werkt niet. De handdoeken worden alleen maar vies en gaan onder de banden door. Gelukkig konden we binnen 5 minuten mensen aan houden die de ideale uitrusting voor dit soort situaties hadden. Deze mensen hadden namelijk jeeps, scheppen en sleeptouwen. 5 minuten later stonden we weer op de weg en konden we weer verder. 


Het was toen al ongeveer zonsondergang en we zijn bij Furnace Creek wat gaan eten. Hier zijn gewoon restaurantjes en winkeltjes, dus dat maakte het weer lekker makkelijk. Na het eten zijn we naar onze kampeerplek gegaan en hebben we nog wat biertjes gedronken. Het was toen al goed donker en er waaide een stevige warme wind. Het koelt hier niet zo af, omdat het tussen de bergen ligt vandaar dat het niet koud wordt in de nacht. De wind deed alles muziek doen maken, zo hoorden we het gefluit van de bierflesjes die op de grond stonden, en het geraas tussen de campers door. De nacht deed hier de sterrenhemel tot leven komen. Nog nooit heb ik in mijn leven zo goed en zoveel sterren gezien. Dit komt omdat er in de wijde omtrek praktisch geen bronnen van licht zijn. Wij zijn op de grond gaan liggen, zo’n 100 feet below sea leven en hebben denk ik wel een uur naar deze sterrenhemel liggen kijken. Dit was echt een van de meest indrukwekkende dingen die ik had meegemaakt. Gewoon in een woestijn onder zeeniveau naar een adembenemende sterrenhemel kijken, hoe vaak doe je dat nou?

donderdag 19 april 2012

Zaterdag (07-04)

In de ochtend zijn we vertrokken richting Pebble Beach. Dit ligt net iets onder Monterey. Toen we daar aankwamen stond er een man die zei dat we een entree bewijs moesten betalen, en dat mensen hier eigenlijk alleen maar kwamen om te golven. Dit was niet echt ons plan, en aangezien we veel meer stranden op de planning hadden zijn we snel weer doorgegaan naar bestemming nummer 2: Carmel . Carmel ligt heel dichtbij Pebble Beach en voordat je bij het strand daar bent rij je eerst door het dorpje Carmel heen. Het is een klein dorpje waar het vanwege het goede weer heel erg druk was. Allemaal mensen die naar het strand wilden. Het dorpje zelf ziet er heel schattig uit. Je hebt wat strandwinkels en kleine koffiehuisjes. De buitenkanten van die huisjes zijn voornamelijk van hout gemaakt en zien er goed onderhouden uit. Wij zijn ondanks dat het druk was gewoon richting strand gereden en konden met mazzel een plekje aan het strand krijgen.

De eerst indruk was meteen heel erg goed. Een parelwit strand, een helder blauwe oceaan en dit alles omgeven door een klein natuur park. Het was werkelijk waar een klein paradijsje en het mooiste strand dat ik ooit heb gezien. We zijn op het strand gaan liggen naast de bosjes die er waren. Voor ons stond een verlaten parasol, waar eekhoorntjes de hele tijd op afliepen om voedsel te stelen. Het begon met 1 eekhoorntje en al snel waren het er 3. Deze gingen de hele tijd de bosjes in en uit. Toen kwamen de meeuwen, maar die werden snel verjaagd door de honden op het strand. De eekhoorntjes waren klaar met de plek en begonnen ons toen lastig te vallen. Ze zijn hier alles behalve schuw, want er klom er zelfs 1 op mijn schoot om te kijken of wij voedsel hadden. Inmiddels was er een Aziatisch stel rechts voor ons gaan zitten. Deze hadden een picknick in gedachten en zo werden wij van de eekhoorntjes verlost. De jongen van het stel was zelfs zo aardig wat brood aan de eekhoorntjes te geven en voor hij het wist werd hij doodgeknuffeld door eekhoorntjes. Schijnbaar vond hij dit toch niet zo leuk want hij sprong op en verjoeg ze allemaal. Niet veel later waren ze terug voor meer, en auk en ik hebben van deze  10 minuten durende show genoten.




 
Na Carmel zijn we verder gegaan met onze route langs de kust. Als eerste reden we door het natuurgebied dat Big Sur heet. We reden de hele tijd langs de kust en we konden het niet laten veel stops te maken, want de kust van Califonië is gewoon ontzettend mooi. We zijn een aantal kliffen op geweest en hebben eigenlijk non stop kunnen genieten. In dit gebied heb je ook Julia Pfeiffer Burns park liggen. Hier heb je ook een klif waar rotsen voor liggen, en op die rotsen staan boompjes. Vanuit hier heb je een heel goed uitzicht over een gedeelte van de kustlijn. Dit was ook alweer zo’n klein paradijsje wat zeker de moeite waard was. Vervolgens zijn we langs LimeKiln en San Simeon gekomen, wat ook allemaal langs de kust ligt. Ondertussen zijn we al een flink aantal keren gestopt en bij San Simeon zijn  we gestopt bij een strand waar talloze zeehonden liggen. Hier begon de zonsondergang op gang te komen. We zijn uiteindelijk doorgereden tot Cambria en vanuit daar via Paso Robles weer het binnenland ingegaan achtervolgd door de zonsondergang.







We waren toen alweer onderweg naar de volgende stop: Death Valley. De afstand was te groot om in 1 keer af te leggen, dus hebben we de auto bij de Wal-Mart in Bakersfield geparkeerd om hier te slapen.  

vrijdag (06-04)

S’ochtends uitgecheckt nadat we even goed gebruik hadden gemaakt van de faciliteiten binnen het motel. Toen direct door gegaan naar het strand van Santa Cruz. Aan dit strand heb je een pretpark liggen dat Boardwalk heet. We hebben hier rondgekeken en tot onze verassing was het nog best groot. Het heeft meerdere verdiepingen, waar je voor alle leeftijden wel attracties kunt vinden. Zo heeft het drie achtbanen, meerdere zweefmolens en nog veel meer. Je kunt de attracties in als je kaartjes koopt voor 1 dollar per stuk of een jaarpas neemt (+/- $70). Wij hebben kaartjes gekocht en je krijgt dan een lange sliert met kaartjes. De attracties kosten tussen de 3-5 kaartjes. Verder heb je er hallen waar je spelautomaten hebt en een lazer doolhof. Kortom echt van alles.




We zijn eerst maar even het pretpark overgelopen en toen naar het strand gegaan. Vanaf het strand kun je de pier zien, het pretpark en de klif die dit gedeelte scheidt van de haven aan de andere kant. Na het strand zijn we een aantal attracties gaan doen. We zijn de Giant Dipper in geweest, wat een houten achtbaan is. Het is de 6 na oudste achtbaan van de VS en komt in 4 films voor. 1 van de films was Dangerous Minds , een film die we ook voor Young Adult Literature mochten kijken. De achtbaan lijkt in eerste instantie niet heel spectaculair, maar er zat toch een onvoorspelbaar element in. Voordat het karretje gaat dalen lijk je elke keer weer op het houten frame erboven te gaan knallen. Dit verklaarde dus ook waarom we de hele tijd mensen hoorden gillen. Vervolgens zijn we de Fireball in geweest. Deze is vergelijkbaar met een schommelschip, alleen draait het schip ook nog eens om zijn eigen as. Dit was 1 van de modernere attracties die ze in dit park hadden voor volwassenen/oudere kinderen.


Na het park zijn we naar de haven van Santa Cruz gegaan om hier nog even uit te waaien. De haven is erg klein en ook niet super bijzonder. Alleen het feit dat je hier veel surfers hebt vond ik wel opmerkelijk, maar later kwamen we erachter dat Santa Cruz bekend staat als Surf City wat een hoop verklaarde. Na de haven zijn we nog even het centrum van Santa Cruz in geweest. Het is niet heel groot, maar doet wel gezellig overkomen. Er waren artiesten op straat en het was er redelijk druk.
Na Santa Cruz zijn we langs de kust naar Monterey gereden. Voordat we Monterey binnen gingen kwamen we langs Sand City. Dit is een strand gecombineerd met een soort van industrie terrein achtig iets, en omdat het strand zo kort is (of om andere redenen) zijn de golven hier bizar hoog. Er werd ook overal gewaarschuwd dat het niet verstandig is om hier te zwemmen. 



In Monterey zijn we gelijk doorgegaan naar Fishermans’ Wharf. Dit is de pier waar alle restaurantjes en souvenir winkeltjes van Monterey zitten. Bij de diverse restaurantjes hebben we clam chowder geproeft. Dit is een soort van dikke vissoep die bij een aantal restaurantjes goed smaakte, en bij andere totaal niet.  We zijn de pier verder afgelopen en kwamen toen bij het laatste visrestaurantje van de pier. Hier kon je het dakterras op en daar had je uitzicht over de haven en de zeeleeuwen en zeehonden die je op de boeien en in het water kon vinden. In totaal heb ik nu denk ik iets meer dan 1000 zeehond/leeuw dingen gezien, en dat worden er alleen maar meer. Ik ben er nu van overtuigd dat dit niet snel een bedreigde diersoort zal worden, en dat stelt me zeer gerust. Op de pier had je verder nog een paar snoepwinkels waar ze mega grote lolly’s voor 60 dollar durfden te verkopen, en appels ondergedompeld in van allerhande lekkere dingen op een stokje. Wij hadden de appels op andere plekken ook al gezien en wilden dit wel eens proberen (De lolly ook wel, maar voordat je die op hebt ben je alweer in Nederland en krijg je problemen met de douane).  Enfin; we wilden eerst ook nog naar het aquarium hier, maar het was al redelijk laat. We zijn toen een motel gaan opzoeken, want in Monterey zelf konden we niet zo makkelijk een plaats vinden. 

donderdag (05-04)

In de ochtend zijn we voor de laatste keer door Yosemite Valley gereden. Hier hebben we nog een laatste stop gemaakt voor de tunnel die je Yosemite uit brengt. Je bent dan al een stuk de bergen opgereden en het punt hier heet Tunnel View. Het uitzicht dat je hier hebt is echt machtig mooi. Je kijkt uit over de valley waar je een bed van bomen hebt en aan weerskanten heb je de rotsformaties die je vanaf de grond hebt staan bewonderen. Je ziet de watervallen nog wel en de sneeuwtoppen op de bergen, maar alles daarboven is 1 groot plafond van wolken. Dit was echt de perfecte laatste stop voor Yosemite. De weg verder bracht ons weer door dalen en bergen richting Fresno. 


Langs deze route had je weer uitzicht over dalen en de roofvogels die er als koningen van de lucht over heen cirkelen. We hadden classic rock opgezet en de ramen open gedaan. We waren weer op roadtrip! Eenmaal bij Fresno aangekomen zijn we daar even afgeslagen om wat te gaan eten. Fresno is niet heel bijzonder, en zeker niet in verhouding tot de rest van de dingen die we hebben gezien.
Toen weer de snelweg opgegaan en langs de wegen hier heb je veel bloemenvelden en weilanden met fruitbomen. Sinaasappelbomen, notenbomen en wijngaarden. Het weer was lekker zonnig en  we hadden nog steeds goede muziek op.  Vele kilometers later hebben we de afslag naar Sequoia genomen, dit was onze volgende bestemming. Bij de afslag naar Sequoia rij je eerst langs meer fruitbomen en wijngaarden tot je echt alleen nog maar bergopwaarts gaat. Ergens hebben we even een stop gemaakt om van het uitzicht te genieten en toen zijn we weer doorgegaan. Verder de bergen in. Op een zekere hoogte zagen we weer sneeuw langs de weg liggen en dit werd eigenlijk alleen maar meer. Bij onze volgende stop zaten we al zo hoog dat toen we uit stapten we zelfs sneeuwvlokjes in de lucht zagen, en het gewoon echt koud was. Dit was toen al vrij bizar, want niet heel lang geleden was het nog lekker zonnig en zomers op de weg.  Toen we uiteindelijk bij het bord van de ingang van het park waren was Sequoia een waar winter paradijs. Het was er mistig en het ijzelde, daarnaast lag er overal om ons heen sneeuw.





We zijn toen gestopt bij het visitors center van Sequoia en hier kregen we te horen dat heel veel dingen gesloten waren. Het hotel was nog open, en er waren 2 trails open. Dit was jammer, maar gelukkig waren de trails die open waren ook gelijk de belangrijkste voor ons. De big tree trail was open en de trail die naar de sherman trees gaat was nog open. Ik had gelijk zo iets van dit is wel heel jammer; laten we die trails doen en dan alvast verder met de roadtrip. Auk wou eigenlijk blijven en bij het hotel kijken, maar we zouden eerst wel even de trails doen en dan verder kijken. We zijn toen naar de Sherman Tree trail gegaan. Dit is het gedeelte waar de grootste bomen ter wereld staan, wat zeg ik de grootste levende dingen ter wereld. We zijn daar door een uitgezaagde tunnel van een omgevallen boom gelopen. De boom lag dus horizontaal en nog steeds  groot genoeg dat je er een tunnel doorheen kon maken. Vervolgens zijn we doorgelopen naar de grootste boom ter wereld. Inmiddels had Auk zich laten ontvallen dat het toch wel erg koud was, en dat het plan om rond te kijken en dan weer door te gaan nog lang zo slecht niet was. We zijn verder langs de trail gegaan en zijn verderop ook de breedste boom ter wereld tegengekomen. Op de foto’s kun je goed zien hoe immens de omvang van deze bomen wel niet is. Na de wandeling hadden we het beide heel erg koud en besloten we verder door te rijden door Sequoia National park.


Toen we het gevoel hadden dat we de belangrijkste dingen wel gezien hadden moesten we een beslissing nemen. Gaan we door naar Death Valley, of gaan we terug naar de kust en dan eerst een stuk bij de kust langs rijden.  Omdat  het volgens de gps niet zoveel uitmaakte wat we deden, en we het busje in LA moesten inleveren zijn we eerst terug naar de kust gegaan. We hebben goed doorgereden want in de avond kwamen we aan in Santa Cruz. 

In Santa Cruz moesten we toen op zoek naar een slaapplek. Onze eerst gok was een groot parkeerterrein voor wat wij dachten een ziekenhuis. We hebben de koffers aan de kant gezet en ik heb nog even een sigaretje gerookt. Wat ons toen opviel was dat er mannen met politie uniformen het gebouw uitkwamen. Toen er vervolgens een man naar me toe kwam om een peukie te bietsen heb ik even gevraagd wat voor gebouw dit nu was. Het bleek het gebouw van de Court houses en Sherrif’s department te zijn. Aukelina haalde gelijk de koffers weer tevoorschijn en we zijn weer op pad gegaan opzoek naar een slaapplek. We hebben woonwijken geprobeerd, maar niks leek ons echt geschikt en in Santa Cruz hangen nog meer bordjes waarop staat dat je niet mag slapen op de parkeerplekken. We zijn dus maar snel een motel gaan opzoeken en zijn daar de nacht verbleven. 


Woensdag (04-04)

Een geweldig gevoel als je de deuren van het busje opendoet en midden in de natuur staat. Deze dag zijn we vroeg begonnen, omdat we veel wilden zien van het park. We zijn de valley weer ingereden en onze eerste stop was bij de Yosemite Falls. Dit zijn lagen van watervallen onder elkaar, en de tocht ernaartoe vormt 1 van de kortere trails die Yosemite te bieden heeft. Voordat je bij de eerst waterval bent loop je langs de beek met ijswater, wat echt ontzettend helder en koud is. Je loopt door de bossen en op sommige stukjes waar er veel schaduw is ligt gewoon nog sneeuw, dit terwijl je zelf gewoon in T-shirt kunt rondlopen. Bij de waterval was het best druk, want iedereen wil een foto van de waterval. We zijn hier even gaan zitten om te wachten tot de meeste mensen klaar waren en hebben genoten van het geluid van vallend water en frisse lucht van de bergen. Toen hebben we foto’s van een gezin gemaakt bij de waterval, die dit op hun beurt weer voor ons deden.


 Na de watervallen te hebben beklommen zijn we doorgegaan naar de volgende stop en trail. Dit was die bij El Capitan. De grootste berg die van massief graniet is gemaakt. De trail brengt je tot aan een punt waar je El Capitan goed kunt zien, maar wij zijn verder gegaan. Er was een opgedroogde rivierbedding van rotsen waar wij omhoog zijn gegaan tot we bij El Capitan zelf waren. Hier konden we de berg zelf aanraken en hadden we uitzicht over de vallei. Na El Capitan zijn we weer doorgegaan. De vervolg route bracht ons dichterbij de rivier die door de vallei stroomt, waar al het water van de verschillende watervallen bij elkaar komt zeg maar. Hier zijn we een stukje stroomafwaarts gelopen. Op een gegeven moment hoorden we sirenes en was er dus iets aan de hand. Alles kwam voorbij; ambulances, brandweer, politie en parkbewakers. We weten niet wat er aan de hand was, maar het moest wel iets serieus zijn.


 Na deze wandeling zijn we gaan lunchen bij the Cathedral. Dit is een picknick plek op de zandbanken van de rivier met uitzicht op de rotsformatie die de Cathedral heet. Vanuit hier zijn we langs 2 andere watervallen van Yosmemite gekomen (Bridalveil falls & volgens mij Sentinel Falls). Ik vond het echt geweldig om alleen al door Yosemite Valley te rijden. Waar je ook kijkt heb je spectaculair uitzicht en dit park had ik voor geen goud willen missen. Het is echt 1 van de hoogtepunten van dit buitenlandverblijf en geeft een goed beeld van de natuurlijk pracht en praal die Californië te bieden heeft.


 Als laatste deze dag zijn we verder stroom afwaarts gereden. We zijn gewoon de rivier gevolgd en kwamen zo nog meer watervallen en bijzondere plekken tegen. Uiteindelijk zijn we zo ver doorgereden dat we het park weer uitreden en toen zijn we maar weer omgedraaid. Op de terugweg naar de kampeerplekken zijn we nog gestopt bij een waterval. Deze zijn we via de rotsen omhoog geklommen tot we niet meer verder konden. Hier was ook niemand, en volgens mij was het ook niet de bedoeling dat je hier zomaar klom, maar we konden het niet weerstaan. Alleen de afdaling viel een beetje tegen, omdat we niet dezelfde route terug zijn gegaan. Hierdoor ging dit niet even soepel, maar het was zeker een bijzondere ervaring. Eenmaal terug bij de kampeerplekken hebben we weer pizza gegeten en deze keer zijn we meer takken gaan verzamelen voor het kampvuur. We zaten nu trouwens op de lower pines campground en gister op de upper pines campground. Nu zaten we aan een beekje gelegen, en deze kon je oversteken via boomstammen die in het water lagen. Aan de andere kant konden we veel hout vinden en daardoor werd dit een super goed kampvuur. We hebben de resterende marshmallows gegeten en genoten van het vuur (en de wijn). Dit was echt een super vette dag, en we vonden het beide jammer dat we de volgende dag toch weer door moesten.








woensdag 18 april 2012

dinsdag (03-04)

Ontbijt gehaald bij de Wal-Mart, waar het toch echt aanzienlijk goedkoper is dan in andere supermarkten, en toen verder gegaan richting Yosemite. Eerst vanuit Manteca een heel stuk over de snelwegen gereden totdat we bij de afslag naar Yosemite kwamen. Hier veranderde de uitgestrekte snelwegen in een route door bergen en dalen. Uiteindelijk veranderde die route weer in een route die voornamelijk bergopwaarts ging. Je rijdt praktisch constant bergopwaarts om diverse bergen heen. Deze route heet de Priest Coulterville nog wat, en bestond letterlijk uit helling op, haarspeldbocht en weer helling opwaarts. Het uitzicht op het dal eronder met het meer werd steeds beter. Uiteindelijk reden we door het plaatsje Groveland, waar langs de weg een Rabobank stond. Heel grappig om hier in de bergen een Rabobank tegen te komen. Op deze hoogte lag er ook al een beetje sneeuw langs de weg, en voelde je de druk op je oren. 

Uiteindelijk kwamen we langs de poortjes waar we het entree bewijs voor het park moesten betalen. Het was toen ongeveer 2 uur, en we hadden niet zoveel kilometers meer tot aan Yosemite Valley te gaan. De route die we toen tot aan Yosemite Valley af hebben gelegd was echt heel mooi en bijzonder. Zo reden we langs watervallen en valleien, en stopten we eigenlijk constant voor foto’s. In Yosemite Valley werd dit alleen maar beter, en stopten we steeds vaker.






Zo zagen we de half dome al en sentinal rock. Dit ging zo door totdat we bij de campings aankwamen en hier gingen kijken of we konden kamperen.  We hadden ontzettend veel mazzel, want op het moment dat wij aankwamen waren ze net de plekken aan het verdelen van de mensen die niet waren komen opdagen. Hierdoor kregen wij de kans om in Yosemite Valley zelf te kamperen op de populairste plekken die normaal ver van te voren volgeboekt zijn. We zijn toen eerst onze plek gaan bekijken, en even gaan bijkomen van de reis. Bij de kampeerplek heb je een metalen kist staan waar je alles wat naar voedsel of tandpasta ruikt in moet stoppen, zodat de beren er niet bij kunnen komen en ze niet proberen het uit je auto te halen. We hadden al hele leuke foto’s gezien van auto’s waar mensen het voedsel niet uit hadden gehaald. Toen we er weer klaar voor waren zijn we Yosemite Valley weer ingereden om hier wat te gaan wandelen. Je hebt in Yosemite heel veel verschillende trails waar je kunt wandelen, en overal waar je kijkt heb je een fenomenaal uitzicht. Zo heb je de verschillende domes (rotsen) en watervallen, maar ook de rivier van ijswater die door de valley naar beneden stroomt.
 

 We zijn de valley doorgereden en hebben goed om ons heen gekeken. We zijn even gaan wandelen en hebben van heel dichtbij herten gezien (zo’n halve meter). Omdat we wat later aankwamen hadden wij deze dag niet heel veel tijd om echt goed te gaan wandelen, maar dat gaf niet want we zouden hier toch 2 nachten blijven. Op de terugweg zijn we bij de winkel marshmallows en wijn gaan halen voor het kampvuur. Ook zijn we pizza gaan eten bij de restaurantjes in de valley. Vervolgens zijn we teruggegaan naar de kampeerplek om te beginnen met het kampvuur.






Na tienen moet het stil zijn en mag er geen kampvuur meer zijn, plus je wilt voor het donker al takken etc. verzameld hebben voor je kampvuur. Het kampvuur maken lukte aardig, maar we hadden niet ingecalculeerd dat het hout zo snel zou opbranden. We moesten dus in het donker nog wat takken verzamelen, maar voornamelijk hebben we het vuur op gang gehouden met de droge naalden die van de bomen waren gevallen. Die brandden toch het beste en daarmee konden we de takken goed doen branden. 
Het was heel gezellig om hier marshmallows te roosteren en een wijntje te drinken, en het feit dat je gewoon tussen de bergen zit middenin de bossen is echt super awesome.  Nadat het kampvuur wel een beetje dood was hebben we het verder uitgemaakt met water en zijn we gaan slapen. 



Maandag (02-4)

Rond 11 uur konden we het busje ophalen. We zijn toen naar het bedrijf gegaan dat vlakbij Pier 39 ligt. Hier hebben we het nodige papierwerk ingevuld en niet lang daarna waren we klaar om te vertrekken. Het eerst gedeelte moesten we door San Francisco zelf rijden, maar dat duurde niet zo lang eigenlijk. Al snel waren we bij de golden gate bridge die we moesten oversteken om bij Point Reyes te komen. Ik vond het super vet dat we over deze brug reden en zo onze roadtrip echt begonnen. Na de brug zijn we de ‘panoramic highway’ opgegaan. Dit is een kronkel weg, door de bergen en langs de kust. Meteen al hadden we het gevoel van ultieme vrijheid, en een geweldig uitzicht.




Bij het eerst volgende dorpje zijn we gestopt om te tanken, want het busje dat we meekregen was maar voor 1/8 volgetankt. Na de tankstop snel even een supermarkt in geweest om wat drinken en noodles in te slaan. Vervolgens zijn we door Point Reyes gereden richting de vuurtoren. Onderweg heb je allemaal historische ranches en er lopen ook genoeg koeien over straat. Je hebt er een aantal meertjes en veel groene uitgestrekte weilanden. Toen we steeds dichterbij de vuurtoren kwamen konden we de pacific ocean zien. Je hebt dan uitzicht over de weilanden, met daarachter 1 lange uitgestrekte kustlijn die eindeloos lijkt door te gaan. Eenmaal bij de vuurtoren aangekomen zijn we uitgestapt en gaan wandelen. Het waaide er redelijk hard, omdat er geen beschutting was natuurlijk, en de zeelucht kwam je tegemoet. In het gebied om de vuurtoren zijn we veel reeën tegengekomen, wat ik best  een apart zicht vond. In Nederland zie je ze ook wel, maar dan zie je zie in bossen of in weilanden. Hier zie je ze vet dichtbij een afgrond staan grazen, met een oceaan op de achtergrond. Verder toen we vanuit een aantal plekken naar de oceaan hebben staan staren zagen we walvissen. De route die de walvissen elk jaar vast afleggen komt hier dus ook langs, en gaat door naar San Diego. Het was heel vet om ze zo vanaf de klif te kunnen zien, alleen jammer dat we er in San Diego dan geld voor hebben betaald maargoed. We zijn toen doorgelopen naar de vuurtoren. De vuurtoren ligt op het laagste puntje van de klif, en is het icoon van Point Reyes.


Na de vuurtoren zijn we de andere kant van de klif opgegaan. Hier heb je een strandje waar elephant seals liggen, die je al vanaf de parkeerplaats kunt horen (vaag gekreun alsof ze vermoord worden). Verder had je hier niet zo heel veel en we zijn dan ook weer teruggegaan Point Reyes in. We zijn nu via Sir Francis Drake landing gereden. Dit is de plek waar hij geland is, en je hebt hier een plaatsje en een strand die naar hem vernoemd zijn. Onze route bracht ons toen richting het plaatsje Fairfax. Hier hebben we wat gegeten en we zijn toen verder gereden, zodat we de volgende dag eerder in Yosemite zouden aankomen. Uiteindelijk hebben we onze stop gemaakt bij Manteca.



Het is in Amerika niet toegestaan zomaar ergens te gaan slapen, en zeker niet in je auto. Je hebt hier overal bordjes staan dat het niet mag, behalve bij de supergrote parkeerplaatsen van de Wal-Mart. Hier zijn zelfs complete parkeerplaats secties waar allemaal campers staan. Wij hebben ons busje hiernaast gezet, en zijn nog even de Wal-Mart ingegaan. De Wal-Mart is ontzettend groot en verkoopt werkelijk van alles. De tocht van de ingang naar de toiletten achterin duurde ongeveer 10 minuten. Verder zat er in deze Wal-Mart een McDonalds en een Starbucks, naast alle services die de Wal-Mart sowieso verleent (apotheek, opticien). Terwijl ik op Aukelina aan het wachten was heb ik even op de computers voor job-applications gekeken. Hier stonden echt waslijsten met eisen die de Wal-Mart aan zijn werknemers stelt. Een Werknemer mag geen drugs gebruiken of alcohol, en hier doen ze ook onaangekondigd urine testen voor afnemen. Verder werken er honderden mensen voor deze ene supermarkt. Maar dat allemaal even terzijde. We zijn dus op de parkeerplaats van de Wal-Mart in Manteca gaan slapen, en dat beviel prima!

Introductie Roadtrip


Voor onze roadtrip hadden we een bedrijfje gevonden dat campervans verhuurd. Dit zijn vans die zijn omgebouwd zodat er een bed in zit, of 2 bankjes en een tafel (kwestie van omklappen). Verder zijn ze uitgerust met een wasbak, kookstel en een koelkast. Het bedrijfje komt oorspronkelijk uit Nieuw Zeeland en Australië (er werken ook veel Australiërs), en biedt deze vans redelijk goedkoop aan. Het was namelijk niet heel veel duurder dan een gewone auto huren, maar wel veel praktischer en cooler. Daarnaast had het bedrijf als voordeel dat ze goedkope alles dekkende verzekeringen aanbieden. Voor ons was het enigste nadeel dat we voor de data die wij in gedachten hadden het busje in San Francisco moesten ophalen. Gelukkig konden we deze wel in LA afleveren, zonder dat ze hier extra kosten voor rekenden. 

Van te voren hadden we al een planning gemaakt voor onze roadtrip natuurlijk, maar dat was meer een lijstje van dingen die we wilden doen en in welke volgorde. Daarnaast was deze planning ook gebaseerd op een trip vanuit LA, niet vanuit SF. Het was dus een beetje improviseren voor ons, maar ik ben wel gewend dingen een beetje op me af te laten komen. De trip die we nu gemaakt hebben ziet er zo uit:


San Francisco
Point Reyes
Yosemite
Sequoia
Santa Cruz/Monterey
Langs de kust rijden
Death Valley
Joshua Tree
Malibu & Santa Barbara

In totaal duurde de trip 10 dagen, en 10 nachten. We hebben 2200 miles afgelegd, wat snel omgerekend ongeveer 3500 km. is.